Ga direct naar de inhoud.

MBO-scholen

MBO-scholen zijn middelbare scholen gericht op de beroepspraktijk. Het onderwijs is nauw verbonden met de praktijk. Binnen de muren van de school is er veel ruimte voor praktijklokalen en voorzieningen om de praktijk in het onderwijs na te bootsen. MBO-leerlingen brengen een deel van hun opleiding door buiten de school in de vorm van praktijkstages. Voor hen is de school geen fulltime-omgeving maar meer een uitvalsbasis voor de kennismaking met de praktijk.

In de naoorlogse jaren is veel zorg besteed aan goed ontworpen en uitstekend geoutilleerde scholen voor beroepsonderwijs. Deze aantrekkelijke ‘ambachtsscholen’ stonden vaak op prominente locaties in stad of dorp. De status van het beroepsonderwijs is daarna echter jarenlang afgebrokkeld. Veel kenmerkende schoolgebouwen zijn gesloopt of aan het (praktijk)onderwijs onttrokken. Nieuwe MBO-scholen zijn vaak anonieme gebouwen op anonieme plekken aan de rand van de stad, als een ruimtelijke weerspiegeling van een lage maatschappelijke status.

Intussen verandert de beroepspraktijk razendsnel. Oude beroepen verliezen aan gewicht, nieuwe beroepen komen op, en de dynamiek is hoog. Het onderwijs heeft moeite het tempo van de praktijk bij te houden, met name waar het gaat om investeringen in gebouwen en voorzieningen. Als gevolg hiervan kruipt het onderwijs in veel gevallen dichter tegen de beroepspraktijk aan, waardoor het beroepsonderwijs van karakter verandert.

Tegelijkertijd is er de laatste een voorzichtige herwaardering merkbaar van ambachtelijkheid. Dat er een groeiend tekort is aan vaklieden als loodgieters en installateurs draagt bij aan het besef van hun belang. Ideeën over ‘de nieuwe ambachtsschool’ hebben ook gevolgen voor de architectuur en de locatiekeuze van schoolgebouwen. Het verbannen van het beroepsonderwijs naar de periferie was misschien toch niet zo’n goed idee…

Een eerste belangrijke opgave voor de MBO-scholen is dan ook: ga zorgvuldig om met de goede ambachtsscholen die er nog zijn. Verkwansel ze niet, maar behoud ze, koester ze, en vernieuw ze waar nodig. Een tweede opgave is: waardeer het middelbaar beroepsonderwijs weer als een cruciaal maatschappelijk belang, en geef vorm aan de tegenwoordige ten toekomstige behoeften.